Alhoewel volgens de oorspronkelijke liturgische voorschriften (dezelfde welke na Vaticanum II terug van toepassing werden) geen enkel voorwerp de eigenlijke altaarmensa mocht sieren, ontstond stilaan de gewoonte een metalen, stenen of houten retabel op het altaar te plaatsen.
In de Infantekamer van het Kasteel van het 'Staatsdomein, Gaasbeek' (Brabant) hangt, na nagenoeg vier jaar afwezigheid, sedert april 1969 een schilderij terug, dat door de 18e-eeuwse schrijvers aan Antoon Sallaert of zijn atelier werd toegeschreven.
'Gods meesterwerk is het menselijk gelaat ; de blik van een vrouw bezit meer charme dan het mooiste landschap of zeezicht en meer aantrekkingskracht dan een zonnestraal'. Dat is één van de 360 aforismen, welke Alfred Stevens in zijn 'Impressions sur la peinture' bij elkaar bracht.
Bij het overlijden in 1883 van de eenennegentigjarige Ferdinand de Braekeleer, had de Belgische schilderkunst sedert haar 'revival' met de romantiek van omstreeks 1830 een hele ontwikkeling doorgemaakt. De Braekeleer had de doorbraak van het neo-classicisme in het tijdperk van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) als aankomend schilder beleefd.
In de uitgave 1968 van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen werd een schilderij besproken van Pierre Bonnard 'Naakt in tegenlicht'. Het stelt een naakt voor in een badkamer. Het naakt, de voorwerpen en de kamer worden er gelijkgeschakeld in een hedonistisch kleurklimaat. Adami schilderde 60 jaar later eveneens een badkamer.
Brandpunten van schilderkunst waren in de vijftiende eeuw Italië en de Zuidelijke Nederlanden. Hun produktie bezit een specifiek karakter, want Italianen en Vlamingen hadden een verschillende kijk op de werkelijkheid en deze komt in de tekening, de kleur en de compositie van hun werk tot uiting.
Het kunstwerk, dat, als 'virginaal' van Joannes Couchet, behandeld wordt, vertegenwoordigt een heel bijzondere tak van onze kunstnijverheid. Het gaat om een meubel met alle eigentijdse stijlkarakteristieken, een meubel dat in zijn verhoudingen zo geconcipieerd werd, dat hierdoor een muziekinstrument ontstond, waarvan de klank het hele 17e-eeuwse Europa zou bekoren.
Driehonderdvijftig jaar geleden, op zondag 12 september 1621, werd te Antwerpen met grote pracht en praal een kerk gewijd, die een unieke plaats inneemt in de geschiedenis van de bouwkunst van onze gewesten.
Stelt u even voor dat men een persoon die nog niet in aanraking kwam met de westerse cultuur, plaatst voor het schilderij 'Het heilig aanschijn' van Georges Rouault. In de veronderstelling dat hij beschikt over normale geestelijke vermogens is hij wellicht de aangewezen deskundige om voor ons zo objectief mogelijk het kunstwerk te beschrijven.
De zeefdruk 'Hommage aan Jan Dibbets' van de in 1936 te Oostende geboren Etienne Elias, treft onmiddellijk het oog door zijn eenvoud zowel in de vormgeving als in het kleurgebruik. Alles lijkt zo duidelijk en zo herkenbaar: primaire kleuren, een stoel met gras op de zitting en onderaan in schools handschrift: 'Hommage aan Jan Dibbets'.
Jules de Bruycker, honderd jaar geleden, op 29 maart 1870 te Gent geboren en aldaar op 5 september 1945 overleden, behoort ongetwijfeld tot de markantste grafische kunstenaars van zijn generatie in Vlaanderen.
De kunst van het portretschilderen - althans in de betekenis die wij er nu aan geven, namelijk de afbeelding van de mens in zijn persoonlijke kenmerken gekarakteriseerd - werd hier in de Nederlanden als genre vrij laat beoefend. In het midden van de veertiende eeuw zijn de als portretten bedoelde voorstellingen niet veel meer dan ideogrammen.
Voor de hedendaagse bezoeker van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen doet het schip van de kerk wellicht wat leeg aan, vooral in tegenstelling tot het koor en de dwarsbeuk, die met talrijke kunstwerken versierd zijn, zoals b.v. de indrukwekkende Rubenstriptieken. Dat is niet altijd zo geweest.
Op een houten paneel zijn een aantal bladvormige neerhangende elementen in metaal aangebracht, die langzaam en onregelmatig bewegen wanneer de kleine, achter het paneel bevestigde motor wordt ingeschakeld. Dat is alles. En er gaat een merkwaardige indruk van uit..
In 1969 kon voor het Rubenshuis 'De kunstkamer van Cornelis van der Geest' worden aangekocht. Een 17e-eeuws schilderij van uitzonderlijke documentaire waarde kwam hierdoor terug naar de stad waar het werd vervaardigd. Het is geen werk van een van de beroemde grootmeesters van de Antwerpse barok.
De Cogels-Osylei is een bijzonder boeiend voorbeeld van architectuur uit het historisch zo belangrijk overgangstijdperk 19e - 20e eeuw. Wij vinden er in bonte mengeling de uitingen van het 19e-eeuwse eclecticisme en daartussen.
Het drieluik met de Maria-Hemelvaart in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel heeft in de loop van de tijd al dikwijls de aandacht van de kunstgeleerden getrokken. Aanvankelijk was dat vooral omdat de schilder onbekend was, en later waren het de voorgestelde personen en taferelen die een nadere uitleg behoefden.
David Hockney was nog geen drieëndertig jaar, toen in april 1970 de WhitechaKnippenpel Art Gallery te Londen een uitgebreide retrospectieve van zijn schilderijen, grafiek en tekeningen organiseerde. Ze omvatte werk van de laatste tien jaar, en dus ook werk uit Hockney's studententijd aan het Royal College of Art te Londen.
Een Perzisch rechter, Sisamnes genaamd, had zich laten omkopen om een onrechtvaardig vonnis uit te spreken. Toen koning Cambyses deze gewetenloze daad vernam was Sisamnes' doodvonnis getekend: het bevel werd gegeven hem levend te villen.
Een van de grootste kunstenaars aller tijden is ontegenzeglijk de geniale Albrecht Dürer. Hij werd 500 jaar geleden te Neurenberg geboren, d.i. op het einde van de middeleeuwen; hij overleed in 1528, in de bloeiperiode van de renaissance.
Toen de groep 'Art Abstrait', gesticht in 1952, na andere manifestaties voor de eerste maal in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel exposeerde, konden wij in de bij die gelegenheid gepubliceerde beginselverklaring lezen dat 'België sinds de schitterende bijdrage tot het expressionisme afwezig gebleven was bij al de grote esthetische stromingen op internationaal vlak'.
Het Romeins ruitersbeeld uit de 1ste eeuw mag aangezien worden als één van de mooiste produkten van de provinciaal-romeinse beeldhouwkunst dat in de loop van de jongste jaren in België aan het licht is gekomen.
In 1968 slaagden de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten te Brussel erin, op een openbare veiling te Londen, een merkwaardig paneeltje aan te kopen, dat op gelukkige wijze het ensemble der laat-15de-eeuwse Brusselse schilderkunst kwam aanvullen.
'Tijdens mijn academietijd toonde ik een mooie houtblok, die ik toevallig gevonden had. Men zei mij: Goed, dat moet u nu eens namaken in steen,' verhaalt Cesar Bailleux, wiens daaropvolgende gulle lach kennelijk zijn houding als kunstenaar veruiterlijkt.
Talrijk zijn de altaarstukken van Rubens' hand, waarvan men de oorspronkelijke bestemming precies kan bepalen. Vele zijn in de loop der eeuwen van plaats verwisseld maar men beschikt in heel wat gevallen over gegevens om hun ontstaansdatum en opdrachtgevers te leren kennen.
Dit werk zou kunnen beschouwd worden als een manifest dat de situatie in Duitsland omtrent de jaren twintig aan de kaak stelt en de na-oorlogse ellende, het verval van een burgergeneratie en de gevolgen van een heersend militarisme aanklaagt.